Amendementen: Arthur ten Wolde en Yorian Bordes
Programmapunt 1-9
Toevoegen:
Producenten worden via heffingen aangespoord om verantwoordelijkheid te nemen voor de afvalfase van hun producten en diensten.
Programmapunt 1-8
Toevoegen:
Door middel van het belastingstelsel wordt de circulaire economie gestimuleerd, bijvoorbeeld door een lager btw-tarief op reparaties.
Amendement Michel Post:
Toevoegen na programmapunt 6 nieuw punt 1-7
“Voor de gehele keten van geïmporteerde biomassa die wordt gebruik voor de productie van energie worden strenge duurzaamheidscriteria opgenomen in de wet.”
Amendement Martin Kroon
1. amendement op Hoofdstuk 6: programmapunt 20 wordt aangevuld a.v.:
Om het brandstofverbruik en de emissies van CO2 en NOx te verminderen gaat Nederland weer actief zuinig rijden via ‘Het Nieuwe Rijden’ bevorderen.
Toelichting: GroenLinks (Liesbeth van Tongeren) heeft de afgelopen jaren herhaaldelijk in de Kamer gepleit voor het actief promoten van Het Nieuwe Rijden*, het programma waarmee tot Rutte-1 een zuinige en veilige rijstijl werd gepromoot en gestimuleerd met allerlei maatregelen. Met zuiniger ‘nieuw’ rijgedrag is landelijk 10% brandstofbesparing haalbaar (ook bij elektrische auto’s) en wordt het praktijkverbruik meer conform de EU-testwaarden. Daarnaast vermindert Het Nieuwe Rijden het aantal en de ernst van ongevallen doordat er zo minder agressief of hard gereden wordt. Een jaarlijkse CO2-reductie van circa 3 megaton (= 1 kolencentrale!) en een besparing van 1,3 miljard liter brandstof en ca. 2 miljard euro is met HNR mogelijk. Ondanks dat HNR volgens het Energie-Akkoord moet worden bevorderd gebeurt er momenteel niets vanuit de aangewezen ‘trekkers’ ANWB en autobranche. Ter uitvoering van het Urgenda-vonnis moet het Ministerie van I en M dus aan de bak om deze grote potentiële besparingen versneld te realiseren met de meest effectieve HNR-stimuleringsmaatregelen die tot 2010 per jaar bijna een Mton CO2-reductie opleverden (maar onder druk van PVV en VVD zijn stopgezet, ondanks een hoge kosten-effectiviteit van >10 euro/ton CO2-reductie). N.B.: De afschaffing van de 130 km-limiet is complementair aan - en onderdeel van HNR.
*HNR= 1. rijden met en opschakelen bij lagere toerentallen (2000-2500 RPM); 2. rustiger accelereren en max. 120 km/u; 3. boordcomputer/cruise control/schakelindicator gebruiken; 4. bandenspanning verhogen; 5. korte ritten met koude start vermijden. 6. Plug-in hybrides zoveel mogelijk elektrisch rijden. Bij consequente toepassing van de HNR-tips kunnen automobilisten 10% - 30% brandstof besparen.
2. Programmapunt 6.18 wordt aangevuld met:
Om de doorstroming te bevorderen en CO2/NOx/deeltjes-emissies van optrekkende (vracht)auto's te beperken worden verkeerslichten waar fietsers/voetgangers voor moeten wachten zoveel mogelijk buiten de spits uitgeschakeld en op knipper-geel gezet, met behoud van rood/groen op verzoek voor zwakkere verkeersdeelnemers.
Toelichting: Uit recent onderzoek blijkt dat de doorstroming beter wordt als verkeerslichten op rustige wegen en buiten de spits worden uitgeschakeld en op knipper-geel worden gezet. Nu zijn fietsers en voetgangers op straffe van een boete verplicht het verkeer tot stoppen te dwingen om straffeloos te mogen oversteken, ook als er ruimte is om veilig over te steken zonder groenlicht af te wachten ('roodlichtnegatie'). Dat belemmert de doorstroming voor zowel voetgangers en fietsers als automobilisten en zorgt voor nodeloos vaak stoppen en weer optrekken. Juist tijdens optrekken vervuilen (vracht)auto’s het meest, m.a.g. extra NOx/roet-uitstoot en geluidhinder. Tweemaal vanuit stilstand optrekken met een 40 tonner zorgt voor 1 kg CO2-uitstoot. Met knipper-geel buiten de spits worden veel emissies vermeden en de luchtkwaliteit bevorderd, met behoud van veiligheid via rood/groen op verzoek (=drukknop) voor kinderen, bejaarden e.d. Zo kan ook een flinke brandstofbesparing bereikt worden. Ergo win-win voor voetgangers/ fietsers (minder boetes en tijdverlies), (vracht)autobestuurders en milieu/klimaat, met behoud van veiligheid.
Amendementen Lenny Putman
Amendement hoofdstuk 1.11
Toevoegen: Er komt een Duurzaam Energie Bedrijf Nederland.
Toelichting: Een Duurzaam Energie Bedrijf Nederland investeert (in de transitiefase) in duurzame energie opwekking. Hierdoor kunnen minder renderende projecten verevend worden met meer renderende projecten. Ook ontstaat er een inkomsten bron door duurzame energie opwekking waardoor minder inkomsten door het dichtdraaien van de gaskraan kan worden gedragen. Deze staatsdeelneming in duurzame energie is logisch duurzaam alternatief voor de huidige staatsdeelneming in de olie en gaswinning door Energie Bedrijf Nederland (EBN).
Amendement hoofdstuk 1.11
Toevoegen: Het Nederlandse energie netwerk wordt ingericht op de energietransitie.
Toelichting: We verwachten van netwerkbedrijven een pro-actief investeringsbeleid voor de (decentrale) duurzame energie infrastructuur. Dit is een expliciete opgave van de netwerkbedrijven. Dit om te voorkomen dat (te veel) kosten ten laste komen voor duurzame energie initiatieven.
Amendement hoofdstuk 6.1
Het Rijk stelt, in samenspraak met woningcorporaties, een ambitieuze investeringsagenda op voor het realiseren van meer betaalbare sociale huurwoningen in de steden waar de wachtlijsten het langst zijn. Woningbouwcorporatieskrijgenkortingenopdeverhuurdersheffinginruilvoorinvesteringenin het aantal sociale huurwoningen en het snel energiezuinig maken van woningen. Gemeenten krijgen de middelen om te investeren in de leefbaarheid van wijken.
Wordt:
Het Rijk stelt, in samenspraak met woningcorporaties en gemeenten, een ambitieuze investeringsagenda op voor het realiseren van meer betaalbare sociale huurwoningen in de regio's waar de wachtlijsten het langst zijn. Woningbouwcorporatieskrijgenkortingenopdeverhuurdersheffinginruilvoorinvesteringenin het aantal sociale huurwoningen en het snel energiezuinig maken van woningen. Gemeenten krijgen de middelen om te investeren in de leefbaarheid van wijken.
Toelichting: de woningmarkt is verdeeld in regio’s. Daarnaast is het zeer onterecht dat alleen gesproken wordt over de situatie in steden. Gemeenten maken prestatieafspraken met corporaties over de woningbouw en gaan over ruimtelijke bestemmingen. Zij hebben daarmee een belangrijke rol bij het maken van afspraken.
Amendement 6.18
Het aantal fietsenstallingen en OV-fietsen bij stations wordt verder uitgebreid om de combinatie fiets-trein aantrekkelijker te maken. Gemeenten en provincies investeren in bredere, veilige fietspaden en in een netwerk van snelfietsroutes tussen steden. Het toenemend aantal fietsende senioren kan dat veilig doen en elektrische fietsen krijgen de ruimte.
Wordt:
Het aantal fietsenstallingen en OV-fietsen bij stations wordt verder uitgebreid om de combinatie fiets-trein aantrekkelijker te maken. Er wordt meer geïnvesteerd in bredere, veilige fietspaden en in een netwerk van snelfietsroutes tussen steden. Het toenemend aantal fietsende senioren kan dat veilig doen en elektrische fietsen krijgen de ruimte.
Toelichting: Indien het Rijk wil dat provincies of gemeenten ergens (extra) in investeren, dient zij daar middelen tegenover te stellen. Gemeenteraden en staten gaan over de bestedingen van gemeenten en provincies.
Amendementen Huib van Essen en Sieward Nijhuis:
Programmapunt 6.6.
“Het Rijk geeft gemeenten meer armslag om de lucht schoner te maken, bijvoorbeeld door vervuilende voertuigen – waaronder tweetaktscooters – en bouwmachines te weren in stedelijke milieuzones en door onderscheid te kunnen maken tussen schone en vieze auto’s in het parkeerbeleid.”
vervangen door:
“Het Rijk helpt gemeenten de lucht schoner te maken. Er komen uniforme regels en verkeersborden voor milieuzones zodat gemeenten vervuilende voertuigen – waaronder tweetaktscooters – en (land)bouwmachines – kunnen weren en ook onderscheid kunnen maken in de parkeertarieven voor schone en vieze auto’s.”
Toelichting: Het Rijk moet de gemeentes niet alleen meer ruimte geven om de luchtkwaliteit te verbeteren, maar ook actief ondersteunen. Voor milieuzones is er behoefte aan een uniforme aanpak en goede informatievoorziening naar automobilisten, bijv. via een verkeersbord.
Programmapunt 6.19.
Na “(…) Duitsland en België” toevoegen: “en een snelle trein op het HSL-tracé.”
Toelichting: Het wordt hoog tijd dat het peperdure HSL-tracé eindelijk eens goed gebruikt gaat worden.
Programmapunt 6.21. (1)
“(…) Volledig elektrische lease-auto’s worden fiscaal goedkoper, auto’s met een verbrandingsmotor worden duurder. (…)”
Vervangen door:
“Elektrische auto’s worden fiscaal goedkoper, auto’s met een verbrandingsmotor worden duurder.“
Toelichting; De oude tekst beschrijft het bestaande beleid: er is alleen een fiscale stimulering van elektrische auto’s voor leaserijders. Wat er ontbreekt is een stimulering van elektrische auto’s voor particulieren, zoals een subsidie of laadtegoed bij aankoop van een nieuwe of tweedehands elektrische auto’s. Naast de volledige elektrische auto’s, is het stimuleren van plug-in hybrides ook van belang om de transitie naar elektrisch te versnellen. Omdat particulieren zelf hun brandstofkosten moeten betalen zullen zij deze auto’s vooral elektrisch rijden (in tegenstelling tot wat veel leaserijders nu doen).
Programmapunt 6.21. (2)
Na “Werknemers worden gestimuleerd om te kiezen voor fiets, trein of deelauto, in plaats van een eigen (lease)auto.” toevoegen
“Leaserijders betalen voortaan zelf de brandstofkosten en krijgen de zakelijke kilometers vergoed op basis van het officiële testverbruik van hun auto: minder rijden en zuiniger rijden wordt zo beloond”
Toelichting: Leaserijders hebben nu geen enkele stimulans om zuinig met brandstof om te gaan of de fiets of het openbaar vervoer te nemen. Enkele grote bedrijven hebben hun leaseregeling aangepast zoals in dit amendement beschreven. Door de fiscale regels aan te passen gaat dit gelden voor alle leaserijders.
Programmapunt 1.12
“Alle nieuwbouw is binnen vijf jaar energieneutraal.”
Vervangen door:
“Alle nieuwbouw is binnen twee jaar energieneutraal. Er komt een verbod op gasaansluitingen in nieuwe wijken.”
Toelichting: De huidige tekst is onvoldoende ambitieus. Het verbod op gasaansluitingen in nieuwe wijken bestaat al in Denemarken.
Amendementen Peter Lohnberg:
Programmapunt 1.2. tussen tweede en derde zin invoegen:
“De Nederlandse onderzoeksreactoren worden uitgefaseerd naarmate voldoende vervangende faciliteiten zijn gerealiseerd die nauwelijks tot geen radioactief afval veroorzaken”.
Toelichting: Medische isotopen kunnen behalve met onderzoeksreactoren steeds meer geproduceerd worden met methoden die geen radioactief afval produceren zoals cyclotrons en recent lasers. Ook voor het materialenonderzoek dat nu in onderzoeksreactoren gebeurt zijn in toenemende mate alternatieven.
Programmapunt 1.2 toevoegen:
"We schuiven de problemen rond het radioactieve afval niet door naar volgende generaties.”
Toelichting: Ons nationale programma voor het beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstoffen trekt 100 jaar uit voor het vinden van een oplossing. Deze lange termijn kan ertoe leiden dat pas tegen die tijd onderzocht wordt of en hoe gegarandeerd veilige opslag mogelijk is. Dat gaat ten koste van de nodige zorgvuldigheid van dit onderzoek en van de mogelijkheid om bij een negatief resultaat tijdig te stoppen met de productie van verder afval. Dit mede wegens de onwil van andere landen om ons afval te bergen."
Programmapunt 1.2 toevoegen:
“Ook voor radioactief afval geldt dat de vervuiler de kosten betaalt.”
Toelichting: Deze financiële verantwoordelijkheid wordt nu door de COVRA overgenomen van de producenten. Die betalen wel, maar kunnen niet aangesproken worden als de kosten hoger blijken dan geraamd. Er staat nog niet elders in het concept verkiezingsprogramma dat de vervuiler betaalt.