Lokaal de warmtetransitie realiseren

28 november 2025

Eerste webinar in serie van vier ter ondersteuning van (kandidaat) gemeenteraadsleden en wethouders bij de in- en uitvoering van de lokale energietransitie.

Voor welke wijken en buurten zijn warmtenetten een goede oplossing? De Wet Gemeentelijke Instrumenten Warmtetransitie (WGIW) en de Wet Collectieve Warmte (WCW) worden in 2026 van kracht: wat bieden die aan kansen, opgaves en mogelijkheden? Welke rol kunnen gemeenten pakken in nieuwe warmtebedrijven?

Gespreksleider Saskia Kluit (SK) , Eerste Kamerlid GroenLinks-PvdA ging in gesprek met:

  • Teun Bokhoven, voorzitter Nieuwe Warmte Nu
  • Rik Thijs, wethouder Eindhoven o.a. Klimaat@Energie.
  • Frouke Pieters warmtemanager Vattenfall, voorheen o.a. Alliander.
  • Maaike Zwart, wethouder Delft, vanaf 4 uur oa Ekonomie.

Introducties

Teun Bokhoven: Nieuwe Warmte Nu is een stichting die met 200 miljoen euro uit het Nationale Groeifonds projecten uitvoert om het gebruik van warmtenetten te stimuleren in de gebouwde omgeving en glastuinbouw. Het is een van de initiatiefnemers van de Warmtealliantie, waarin zo’n 80 gemeentes samenwerken met andere partijen in de warmtetransitie. Deze alliantie heeft begin dit jaar een Warmtebod aangeboden aan het kabinet, waarin o.a. door de nationale overheid te verschaffen voorwaarden beschreven worden het opschalen van de rol van gemeentes. De focus ligt vooral op het creëren van ‘acceptabele eindgebruikerskosten’ om mensen mee te krijgen in de realisatie van warmtenetten en een integrale stimuleringsaanpak. Ambitie is 640.000 aansluitingen op warmtenetten in tien jaar. Dat is mogelijk als de condities goed zijn. Hij is redelijk tevreden met de impact van het Warmtebod tot nu toe.

Rik Thijs is sinds 2019 wethouder van de gemeente Eindhoven. Met als vertrekpunt een door de gemeente beheerde biomassacentrale werd in 2021 de discussie met de gemeenteraad gestart over een publieke rol in de warmtetransitie, terwijl de regering op dat moment vooral commerciële bedrijven wilde inschakelen. In 2024 leidde dat tot de oprichting van een publiek energiebedrijf, 100% in eigendom van de gemeente geheten Eindhoven Energie En Warmte Bedrijf. Een bedrijf wat het maatschappelijke belang als uitgangspunt neemt, met als doel duurzame, betaalbare en betrouwbare verwarming van woningen en bedrijven. Hij spreekt over het ‘socialiseren’ van de energievoorziening, in reactie ook op de (falende) aanpak van private warmtebedrijven. 

De gemeente heeft 8,5 miljoen euro uitgetrokken voor personeelslasten en het opstarten van de eerste 5 projecten. Het gaat hier deels om nieuwbouwprojecten (Eindhoven moet 40.000 nieuwe woningen bouwen), deels bestaande bouw. 

Frouke Pieters spreekt op persoonlijke titel vanuit haar ervaring bij Vattenfall. Dat bedrijf heeft een aantal warmte-net projecten, maar het is een jaar geleden gestopt met het aanpakken van nieuwe warmteprojecten in Leiden en Rotterdam. Zij heeft ervaren dat het moeilijkste deel van een project is de betreffende bewoners mee te krijgen als je de business case rond hebt. Zij zijn niet verplicht mee te doen en er is veel weerstand. De les is dat je moet beginnen met denken vanuit de positie van de bewoners, en intensief met hen werken zodat je hun leefwereld begrijpt. Maar ze is ervan overtuigd dat er ook een stok nodig is, zoals de WGIW, anders gaat het niet lukken.

SK: Wat is de belangrijkste rol van de gemeente

Teun Bokhoven: De gemeente moet de regie nemen en regie houden. Een sturende kracht is nodig, op lokaal niveau, die alle partijen bij elkaar brengt. De WGIW en de WCW geven ze die rol. Beide wetten zijn overigens nog niet in werking getreden. Het is ook belangrijk dit als een prioriteit voor de lange termijn te zien. Iedereen moet van het gas af, dat is een operatie achter acht miljoen voordeuren.

SK: Dat betekent dus ook dat gemeenten een structuurvisie warmte moeten ontwikkelen, inclusief verplichtingen aan partijen, en daarmee duidelijkheid geven ook aan bedrijfsleven. 

Rik Thijs: Zo’n structuurvisie, een warmteprogramma is verplicht binnen de nieuwe omgevingswet. De deadline voor gemeenten om die vast te stellen is nu door Minister Keijzer uitgesteld tot eind 2027. In Eindhoven hebben we dat programma vorige week vastgesteld (waarschijnlijk binnenkort hier te vinden). Hierin wordt de rol van de gemeente als regisseur gecombineerd met het streven de bewoners voorop te zetten. 

Een publiek bedrijf is een belangrijk instrument om als gemeente de regie te nemen. Kleinere gemeenten kunnen dat wellicht samen doen. In Eindhoven is het plan om onder het algemene bedrijf aparte BV’s in te richten specifiek voor warmte, voor elektriciteit en voor waterstof.

Er was nauwelijks verzet in de gemeenteraad tegen onze plannen, slechts 2 van de 45 raadsleden stemden tegen. Het falen van de private aanpak en het vooruitzicht dat een collectieve aanpak gebaseerd op lokale warmtebronnen wél succesvol kan zijn speelde daarbij een rol.

Frouke Pieters: gemeentelijke regie is belangrijk, maar wees realistisch. Het zijn lange trajecten. Werk niet alleen met adviseurs maar zoek al vroegtijdig de bedrijven op die het moeten gaan uitvoeren. Houdt er rekening mee dat er een beperkt aantal aannemers zijn.

Teun Bokhoven: focus niet alleen op warmtenetten. Meer dan de helft of zelfs 2/3 van de al bestaande woningen/bedrijven gaat niet op een warmtenet. Als de optie all electric is en de netcapaciteit is er, begin daar dan ook al mee. Frouke Pieters voegt toe dat warmtenetten vooral een rol spelen waar andere oplossingen het niet halen.

SK: Hoe bepaal je wat de juiste techniek is? Wanneer collectief, wanneer individueel?

Teun Bokhoven: Dat hangt van de lokale omstandigheden af: beschikbaarheid van bronnen (zoals geothermie, aquathermie, restwarmte), dichtheid van de bebouwing, capaciteit aanwezige elektriciteitsnet.

Rik Thijs: bronnen zijn een belangrijke beslisfactor. Maar wacht niet te lang met beslissen. Het zal heus wel voorkomen dat over dertig jaar geconcludeerd wordt dat niet voor de beste aanpak is gekozen. Daar niet bang zijn, we moeten beginnen!

Wij hebben nu twee proeftuinen voor aardgasvrij en noemt een voorbeeld: we leggen nu buizen onder een korfbalveld aan en leiden het opgewarmde water naar een WKO (warmte-koude opslag) waarmee in de winter – met opwaardering van de temperatuur van het opgeslagen water - een wijk van 1000-1500 bewoners verwarmd zal worden. Dit is typisch geen project voor commerciële partijen. We doen dit zelf omdat wij de nieuwbouw kunnen koppelen met de bestaande bouw.

Frouke Pieters benadrukt dat het winnen van een buurt voor collectieve oplossingen heel intensief is en typisch een rol voor de gemeente. Te beginnen met te analyseren hoe een buurt in elkaar steekt en hoe ze georganiseerd is. En dan planmatig te werk gaan. Zoals een inloophuis organiseren, of creatievere uitingen in de openbare ruimte. Buurtkrantjes, en, als het echt opstart, een omgevingsmanager, één aanspreekpunt, één telefoonnummer, met keukentafelgesprekken etc. Deze manager moet de handtekeningen ophalen van mensen die akkoord gaan.

Rik Thijs: De belangrijkste vraag van inwoners is: wat gaat het mij kosten. Daar hebben we nog geen echt antwoord op. We werken nu met enkele andere grote gemeenten in Nederland aan zo’n antwoord. Het lukt alleen als het aantrekkelijk is. 

Hij waarschuwde ook voor een overdaad aan studies die gedaan worden in  wijken naar de opvattingen van de bewoners. Kan ook irritant worden en averechts werken. Frouke Pieters voegde toe dat je ook niet te vroeg naar de bewoners toe moet gaan, je moet eerst weten of het project realistisch is, uitgevoerd kan worden. Anders creëer je onrust. Meldt ook dat nu 70% van huurders toestemming moet geven voor een project kan doorgaan. Er is discussie dit naar 50% te verlagen. Benadrukt nogmaals dat de gemeente met de WGIW verplichtingen (beëindiging op termijn van levering van aardgas) op kan leggen, maar die moeten wel redelijk zijn, betaalbaar.

Teun Bokhoven adviseert om al vroeg met woningcorporaties te praten, zij zijn een belangrijke, dominante partij; het beste is om in wijken te beginnen waarin corporaties een groot aantal huizen hebben. Het is akelig dat de Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH) subsidie voor woningcorporaties al weer op is. Rik Thijs meldt dat Eindhoven een overeenkomst hebben met enkele woningcorporaties, om te streven naar collectieve oplossingen tenzij andere beter zijn. Maar aardgas is niet meer de parameter [dit begreep ik niet, John].

Ferd Crone (Eerste Kamerlid GroenlinksPvdA) vraagt welke regels afgeschaft kunnen worden.

Teun Bokhoven pleit voor het integreren van subsidie- en financiële regelingen. Naar projectsubsidie, voor alle elementen van een project. Frouke Pieters pleit juist voor het afschaffen van alle subsidies en in plaats daarvan het financieren van de onrendabele top. Rik Thijs vertelt dat B&W nu toestemming vraagt van de gemeenteraad om de onrendabele top van de eerste warmtenetten te financieren. Maar waarschuwt voor beperkte middelen: de gemeente kan dit niet voor de hele stad doen.

Teun Bokhoven wil nog een stap verder gaan: gasnetten, elektriciteitsnetten, waterleiding en riolering zijn gesocialiseerd. Waarom niet ook warmtenetten  socialiseren? Rik Thijs denkt daarover. Wellicht moet Eindhoven als één groot warmtekavel beschouwd worden, en dan socialiseren. Frouke Pieters wijst erop dat riolering verplicht is voor iedereen, maar warmtenetten zijn dat niet. Ook wordt opgemerkt dat riolering door het hele land tamelijk homogeen is, met drie nationale spelers, terwijl elk warmtenet anders is.

Ferd Crone: Draagvlak is essentieel, stabiliteit en onafhankelijkheid van Poetin spelen daar een rol in, maar de tarieven zijn is heel belangrijk. De gemeenten moeten een hoofdrol spelen, met burgers, maar Den Haag moet zorgen dat het tarief klopt. En daarbij ook inverdieneffecten meenemen, zoals dat een warmtenet voorkomt dat er veel individuele warmtepompen worden gebruikt en er wellicht minder netverzwaring nodig is.

SK: Hoe weeg je de kosten van aanleg van een warmtenet af tegen de kosten van stroomnetverzwaring t.b.v. elektrisch verwarmen per wijk.

Teun Bokhoven: dit is essentiële taak van de gemeente en de WGIW biedt de ruimte hiervoor. Ferd Crone: dankzij een aangenomen amendement op de Elektriciteitswet van Susanne Kröger mogen netwerkbedrijven nu gemeentes adviseren en ondersteunen hierin. Frouke Pieters: de netcongestie is zo nog maar niet opgelost. Moeten we daarom niet als eerste warmtenetten aanleggen waar netverzwaring niet nodig is? Als er veel e-auto’s en zonnepanelen zijn kunnen warmtepompen er dan nog wel bij? Netwerkbedrijven hebben een heel grote achterstand, kan niet zo veranderd worden. Moeten we niet probleem groter maken en wijken waar sowieso nog geen verzwaring nodig is, daar een warmtenet doen. Als er in een wijk weinig elektrische auto’s en zonnepanelen zijn dan kunnen warmtepompen er ook nog wel bij.

SK: Wat is de rol van bewonersinitiatieven.

Rik Thijs: wij hebben voor ons hoofdbedrijf voor 100% gemeentelijke participatie gekozen, maar op kavel niveau kunnen in sub-BV’s energiecoöperaties wel een rol of hoofdrol spelen.

Teun Bokhoven ziet veel initiatieven voor warmtegemeenschappen en noemt dat geweldig, ook voor het draagvlak. Maar ze worstelen wel met de complexiteit van warmteoplossingen. Er zijn er nog maar enkele (bijna) operationeel. Ze moeten samenwerken met professionele bedrijven voor de technische dimensie. En bovendien is er de kwestie van schaal: die kan noodzakelijkerwijs een paar duizend woningen zijn. Dat is te groot voor een coöperatie. Energie Samen geeft nu wel belangrijke ondersteuning, om te voorkomen dat elke coöperatie weer opnieuw het wiel moet uitvinden. Maar daarnaast is er behoefte aan steun van de gemeente om projecten te doorlopen. Goede voorbeelden zijn te vinden in Culemborg en Amsterdam-Ketelhuis. Een project wat in juni dit jaar leek afgeblazen te zijn maar wellicht toch voortgang vindt is Warm Heeg.

Frouke Pieters is wat pessimistischer: coöperaties zijn goed voor het draagvlak en kunnen kleinschalige warmtenetten wellicht wel aan, maar bij grotere kavels kan het voorkomen dat een coöperatie het goedkoopste deel op zich neemt maar dan ondermijnen ze wel het collectieve belang (want de duurdere onderdelen blijven liggen). Teun Bokhoven benadrukt dat coöperaties en gemeenten dezelfde, goede, doelstellingen hebben. Daarom moeten gemeenten ermee samenwerken, de regie leveren en stimuleren.

Maaike Zwart komt binnen en stelt zich voor: wethouder te Delft met als terreinen o.a. duurzaamheid, werk en inkomen. Ze zit in B&W namens de lokale partij STIP.

Zij is trots op het slagen van een project wat, tegen de stroom in, is opgestart. Een warmtenet op basis van aardwarmte. In december wordt de eerste aansluiting gerealiseerd. In de eerste fase worden 6000 sociale woningen erop aangesloten, via collectieve ketels. In de tweede fase nog eens 9.000 private woningen. Die laatste fase is heel arbeidsintensief: er moest veel werk gestoken worden in het meekrijgen van de bewoners, veel langs de deur, in de buurt aanwezig zijn. 

De Delftse rekenkamer heeft het proces geëvalueerd en was zeer positief, met als enige kritische vraag hoe deze aanpak vol te houden. De door hen beschreven participatiemethode willen we behouden voor verdere projecten. Het is een kwestie van voor-investeren om later sneller te gaan.

Voor de tweede fase is wel essentieel dat we een heldere prijs kunnen presenteren. Puur op de business case komt het niet uit. Dan gaan we niet genoeg mensen meekrijgen. We zijn al 3,5 jaar bezig met lobby naar overheid voor betere, duurzame financiering. 

Je kunt in een positieve (veel inschrijvingen en een positief imago) of een negatieve spiraal (achterblijven van inschrijvingen en pessimisme/slecht imago) terechtkomen. De stemming onder bewoners om wel of niet mee te willen doen is cruciaal.

Vragen van deelnemers aan het webinar.

Hoe vergelijk je kosten warmtenet met de prijzen van gas?

Maaike Zwart: Er is een onderzoek gedaan onder gemeentes wat betaalbaar is. Een investering van rond de 16.000 euro per aansluiting is een reële uitkomst, maar daar krijg je weinig mensen voor. De investeringen zijn hoog omdat bijvoorbeeld boren voor aardwarmte heel duur is. Maar als het net is aangelegd zijn de kosten voorspelbaar en leidt tot een stabiel tarief. Heel belangrijk is dan de termijn voor afschrijving. Die moet niet te kort zijn, maar na 30 jaar zul je waarschijnlijk opnieuw moeten boren. Je kunt de geothermie bron wel beter en wellicht langer benutten door warm water opslag in hogere grondlagen te realiseren.

Teun Bokhoven: die lange termijn stabiliteit (prijsontwikkeling op basis van algemene inflatie) is wel belangrijk argument. En dat kan ook omdat de investeringskosten de belangrijkste kosten zijn van warmtenetten, en niet de kosten van de warmte zelf. De aardgasprijs is een rollercoaster. Collectieve warmte is stabiel: dat is een belangrijk verkoopargument.

Rik Thijs vindt dat we ons niet moeten blindstaren op 30 jaar. Waarom geen 40 jaar? Een rioolbuis gaat 50 jaar of langer mee, en hoe lang ligt een gasleiding in de grond? 40 jaar is beter, als je maar bereid bent een risico te dragen. En dan wordt het tarief een stuk aantrekkelijker.

Frouke Pieters: Dankzij subsidies kunnen we nu voor 1.500 euro aansluiten, en dan gaat het nog niet vanzelf! Bewoners denken dat warmte niet goedkoper is dan gas, ook na de fluctuaties in de gasprijs van de afgelopen jaren. En dan nog is het veel geld zonder dat de noodzaak duidelijk is en het dus geen prioriteit heeft. Veel mensen hebben wel iets anders aan hun hoofd.

Rik Thijs: om mensen mee te krijgen is essentieel dat je op de juiste manier communiceert. Een verkeerde zin in een brief van de gemeente kan het fout doen gaan! Het is belangrijk om de communicatie te laten doen door mensen die echt dichtbij de doelgroep staan, en bijvoorbeeld een MBO opleiding hebben.

SK: Zou het niet goedkoper zijn de 1.500 euro voor de bewoners te betalen in plaats van heel veel te investeren in processen?

Teun Bokhoven: Combineer een warmtenet altijd met renovatie van woningen (met comfortwinst) en verbetering van de openbare ruimte in een wijk, maak het onderdeel van iets groters.

SK: Fout lopende praktijken gaan als lopend vuurtje rond (zoals te warme woningen aan een warmtenet). Wees daar alert op.

Vraag: hoe ingewikkeld zijn de vergunningenprocedures voor gemeenten?

Maaike Zwart: dat is niet het probleem, het is regulier werk. Maar onze geothermiebron trok veel aandacht, veel commotie, angst voor trillingen. Informatiebijeenkomsten waar 300 mensen op afkwamen. De technische mensen, en mensen van de universiteit staken veel tijd in voorlichting, op een vertrouwenwekkende manier. Dankzij onze aanpak heeft uiteindelijk niemand officiële bezwaren ingediend. 

Frouke Pieters: inderdaad is vergunningen verstrekken ‘business as usual’. Maar o wee als de straat open moet. Dan stuit je op de gemeentelijke planning, dat kan tot  tot grote vertraging leiden.

Afsluitend van het panel:

Maaike: de warmtetransitie is taai en tegelijkertijd broodnodig. Als je er niet heel veel tijd in stopt, dan lukt het niet. De gemeente staat centraal, en je komt als wethouder steeds zelf in de volle wind te staan als het tegenzit of als er onzekerheden rijzen. Ik onderschatte dit toen ik begon, maar ik ben het heel leuk gaan vinden, en resultaat behaald.

Teun Bokhoven: er zijn goede voorbeelden, maar de landelijke overheid moet nu stappen zetten. Vooral de betaalbaarheid voor bewoners op weg helpen. De middelen zijn er, kijk naar het klimaatfonds. Het zal geleidelijk zijn dus ook financiering moet geleidelijk.

Frouke Pieters: We moeten gewoon door. Laat het betere niet de vijand worden van het goede. Maak een keuze en ga ervoor! En betrek vanaf het begin alle partijen in de keten, met name ook het bedrijf wat het moet uitvoeren.

Rik Thijs: we moeten gewoon beginnen, als gemeenten!

Gesprekleider Saskia Kluit vat samen:

  • Begin breed, maak een warmteprogramma onder de omgevingswet. Ben niet bang om de regie te pakken en gebruik dwingende instrumenten naast vrijwillige.
  • Betrek het warmtebedrijf vroeg bij de planning.
  • Probeer dingen uit (Frouke waarschuwt tegen het gebruik van het woord experiment. Dat creëert weerstand bij de betroffen bewoners).
  • Elke wijk kan een andere aanpak vereisen.
  • Betrek burgers bij de projecten.
  • Combineer aanleg met renovatie woningen en/of buurt.
  • Op rijksniveau moeten de subsidieregelingen geharmoniseerd worden, ze moeten langer doorlopen, langer open blijven.

Verslag John Hontelez

NB: om de video af te spelen: druk op linkje rechts onderaan: afspelen op you tube

VIDEO-OPNAME WEBINAR 1 : DE WARMTETRANSITIE REALISEREN Afspelen op YouTube