VERSLAG WEBINAR 2: 20 NOVEMBER 2024: ENERGY ACCESS: CENTRAAL OF DECENTRAAL OPLOSSEN?

 

Met als vraagstelling:

Afrika telt nog 600 miljoen mensen zonder (duurzame) elektriciteit, vooral in de rurale gebieden. Voor een gelijkwaardige transitie zullen we moeten helpen deze ‘Energy Access’ te realiseren. Lukt dat met grote zonneparken of beter met decentrale solar home systemen en minigrids, en met lokaal eigenaarschap

 

Sprekers: 

Paul van Son CEO bij Dii Desert Energy)  

Caroline Nijland (Helios Infinitas)

 

Frans van der Loo introduceert de sprekers:

Paul van Son werkt aan grootschalige energieprojecten bij Desert Energy, zie https://dii-desertenergy.org/

Caroline Nijland, is expert is in rurale elektrificatie, was bestuurslid van de Alliance for rural electrification https://www.ruralelec.org/  In 2020 won ze de Global Women Sustainability Award. 

 

Samenvatting webinar

  1. Bijna de helft van de Afrikaanse bevolking heeft nog geen toegang tot elektriciteit. Decentrale groene oplossingen hiervoor, deels off-grid, moeten een integraal onderdeel uitmaken van een rechtvaardige energietransitie vooral in het sub-Sahara onderdeel van Afrika. 
  2. Biomassa, vooral in de vorm van brandhout, is de hoofdenergiebron in vele delen van ruraal Afrika. Duurzaam gebruik daarvan, bijvoorbeeld met efficiënte kooktoestellen, heeft daarom prioriteit.
  3. Naast decentrale, kleinschalige oplossingen moet ook grootschalig de vergroening en vergroting van het energieaanbod gerealiseerd worden. Wind, zon (inclusief CSP) en waterkracht zijn belangrijke onderdelen.
  4. Voor grootschalige energie is een goed investeringsklimaat nodig, gedreven door nationale regeringen, in samenwerking met internationale organisaties zoals IRENA, Wereldbank, ontwikkelingsbanken, academica, private investeerders en donoren.  Public-private partnerships zijn een onderdeel hiervan. Nederland moet hier een rol in spelen, zoals het al deels doet (bijv. in het Africa Renewable Energy Initiative).
  5. Ook voor de elektrificatie van de rurale gebieden speelt IRENA een belangrijke rol, o.a. met haar routeplannen die ze samen met de betreffende landen ontwerpt.
  6. Waterstof wordt een belangrijke energiedrager, zowel binnen Afrika als voor export naar Europa. Dit is een veel goedkopere manier van transport (factor 10) dan hoogspanningskabels. Alternatieven zijn ammoniak, e-fuels en methanol.
  7. Op zich is er niets tegen dat Afrika, met name Noord-Afrika, groene energie produceert voor de Europese markt, maar het moet vooral de regionale ontwikkelingen ondersteunen. De wens van Afrikaanse landen om van grondstoffen export naar export van (half)producten te gaan moet ondersteund worden. Verplaatsing van energie-intensieve industrieën naar de energiebron moet overwogen worden.
  8. Europa heeft een belangrijke rol in het ondersteunen van een klimaatrechtvaardige energietransitie in Afrika. Ook in eigen belang. Het versterkt Afrika in de mondiale economie, met een groeiende markt waar ook Europa van kan profiteren, het draagt bij aan het behalen van mondiale milieudoelstellingen en kan migratie doen afnemen.
  9. Europa moet veel meer doen aan eigen transitie. Dat maakt Europa krachtiger naar Afrika toe. Belangrijk daarbij is dat we de milieu impact van de verschillende energiebronnen in de prijzen tot uitdrukking laten komen om de groene bronnen een betere kans te geven. 

 

Aanbevelingen Paul van Son:

  • Ga er vanuit dat we heel anders zijn en denken, in Afrika hebben mensen een andere instelling tot het leven, complementair aan de onze. Dit mag je wel een beetje generaliseren. Een Afrikaan kan met weinig energie een mooi leven leiden. Een Europeaan kan met veel energie ongelukkig zijn.
  • Europa moet veel meer doen aan eigen transitie. Laten zien dat we het zelf hier kunnen. Dat maakt Europa krachtiger naar Afrika toe. Voorbeeld: energie beprijzen inclusief alle effecten. 
  • Absoluut prioriteit is toegang tot elektriciteit creëren voor degenen die dat nog niet hebben. 600 miljoen mensen in 10 jaar is mogelijk.
  • Grootschalige energie: goed investeringsklimaat is nodig, gedreven door nationale regeringen, die kunnen dat. Samenwerking is nodig met internationale organisaties zoals IRENA, Wereldbank, ontwikkelingsbanken, academica, private investeerders en donoren.
  • Er moet een goed internationaal CO2 beprijzings-systeem voor energietransitie komen.

 

Aanbevelingen Caroline Nijland:

  • De Europese politiek kan een belangrijke rol spelen door te zorgen voor eerlijke en toegankelijke financieringsmogelijkheden voor energieprojecten in Afrika. Dit houdt in dat financieringsvoorwaarden niet uitsluitend gericht zijn op korte-termijn rendementen voor investeerders, maar ook op de lange-termijn voordelen voor lokale gemeenschappen
  • De Nederlandse en Europese politiek kunnen programma's opzetten die de overdracht van technologie en know-how vergemakkelijken. Dit kan door middel van samenwerking met lokale universiteiten, opleidingscentra en bedrijven, zodat de capaciteit op het gebied van hernieuwbare energie en groene technologie binnen Afrika zelf wordt versterkt
  • Om een degelijke gelijkwaardige relatie te creëren, moeten Europese landen niet slechts energieprojecten ‘exporteren’ naar Afrika, maar juist streven naar samenwerking waarin lokaal eigenaarschap centraal staat. Dit betekent dat de Europese politiek actief kan inzetten op programma's die lokale partners in staat stellen om leiding te nemen over energieprojecten, zowel op financieel als bestuurlijk vlak. Lokale partners moeten worden ondersteund in het opzetten van hun eigen energiebedrijven, infrastructuur en systemen, waardoor de afhankelijkheid van buitenlandse investeringen en expertise afneemt.
  • Het bewerkstelligen van een rechtvaardige multilaterale financiële architectuur (aspecten zoals ongelijke toegang tot financiering, dominantie van westerse instellingen, hoge schuldenlast en trage hervormingen van de financiële architectuur vormen een belemmering).

 

Verslag inleidingen en discussie:

 

Paul van Son

Van Son heeft in verschillende Afrikaanse landen gewerkt voor energiebedrijven en projecten. Vanaf 2009 specialiseert hij zich in energieprojecten in woestijnen, in het kader van  Desertec Industrial Initiative. Dit is een oorspronkelijk Duits initiatief maar nu een public-private partnership met bedrijven uit verschillende landen. Met behulp van zon en wind wordt nu ook waterstof geproduceerd voor de Europese markt, omdat het goedkoper is in deze vorm energie te transporteren dan met kabels.

Benadrukt dat Afrika heel divers is. 54 landen, grote afstanden. Europeanen kennen het slecht en we moeten voorzichtig zijn met uitspraken. Afrika heeft alles wat we ook in Europa hebben: traditioneel en modern, veel natuur en enorme energiebronnen. 90% van het energieverbruik is fossiel, vooral veel kolen. Er worden enorme hoeveelheden olie en gas geëxporteerd. Toch is er ook veel gebruik van waterkracht, biomassa en, in toenemende mate, zon en wind. Op het platteland is biomassa de backbone. Zuid-Afrika is het enige land met kernenergie.

600 miljoen bewoners hebben nog geen toegang tot stroom. Er zijn veel mogelijkheden om daar wat aan te doen. Met een klein zonnecelletje van 10 Watt kun je s’ avonds licht hebben. Met iets meer een koelkast of internet gebruiken. Pay-as-you-go is een goed systeem om dit ook voor mensen met weinig geld toegankelijk te maken. Er zijn goed functionerende systemen, waarbij mensen een zonnecel of accu krijgen die ze op langere termijn, tot wel 10 jaar, af kunnen betalen.

Paul is zelf bezig met grootschalige projecten, die goedkope energie moeten leveren van zon en wind. Om 24-uur per dag te kunnen leveren, en ook om grote afstanden te kunnen overbruggen zijn waterstof, ammoniak, e-fuels en methanol geschikt om als dragers te gebruiken. Het gaat nu hard.

Naar Europa is transport in de vorm van waterstof een factor 10 goedkoper dan per hoogspanningskabels. Er zijn bestaande gasleidingen van Afrika naar Europa die daar voor omgebouwd kunnen worden.

Bij alle projecten is het belangrijk om niet de natuurlijke omgeving te verzieken en voor lokale voordelen te zorgen, ook in termen van banen. Belangrijk is om te bevorderen dat energie-intensieve bedrijven van Europa naar Afrika overgebracht worden, naar de bron. Dat is een win-win.

Waterstof gaat groot worden in Afrika, voor eigen gebruik en voor export. Nu nog erg duur. Maar als broeikasgassen goed belast worden voor hun schadelijke emissies, wordt waterstof concurrerend.

 

 

Caroline Nijland

Zij focust in haar werk op toegang tot betaalbare, betrouwbare en duurzame energie voor de mensen die daar nu nog geen toegang toe hebben. Het gaat om 600 miljoen mensen, bijna de helft van de bevolking van Afrika. En als we niet oppassen neemt dat nog toe, door de snelle bevolkingsgroei. Hieronder zijn ook 33 miljoen boeren zonder toegang. 

In het Noorden van Afrika heeft 98% van de bevolking toegang tot elektriciteit, in Centraal Afrika is dat slechts 30%. Er zijn daarbinnen hele grote verschillen per land.

IRENA is een belangrijke organisatie voor ondersteuning van Afrikaanse landen bij de overgang naar duurzame energie. Het heeft een routekaart met deze landen uitgestippeld. Caroline presenteert daaruit enkele gegevens.

In de rurale gebieden is brandhout de dominante energiebron. Meestal nog op traditionele manier gebruikt. IRENA laat zien dat tussen 2013 en 2030 een grootschalige overstap naar duurzamer gebruik van brandhout, met name met energie efficiënte kooktoestellen. Waterkracht blijft belangrijk, maar heeft last van toenemende droogte. Wind en zonne-energie heeft veel potentieel (slide 5). De toekomstbeelden voor hernieuwbare energie per regio verschillen. In Noord-Afrika gaat het vooral om zon en wind. In Zuid-Afrika een mix van hydro, zon en wind, in de rest van Afrika zal hydro dominant blijven.

 

Ze vatte de belangrijkste uitdagingen samen:

  • Gebrek aan energiecentrales, transmissienetwerken en betrouwbaarheid
  • Infrastructuur is vaak verouderd en slecht onderhouden, wat leidt tot frequente stroomuitval.
  • Veel huishoudens en gemeenschappen zijn afhankelijk van traditionele biomassa (hout, kolen) voor koken en verlichting
  • De kosten van elektriciteit en infrastructuur zijn relatief hoog door beperkte schaalvoordelen en inefficiënties in de distributie
  • De afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en geïmporteerde olie nog steeds groot
  • Beperkte toegang tot investeringen en financiering belemmert de ontwikkeling van energie-infrastructuur en duurzame projecten
  • Klimaatverandering verergert bestaande energie-uitdagingen, zoals afnemende waterstanden die waterkracht beïnvloeden en toenemende droogtes die de energievoorziening verstoren.

 

Caroline Nijland liet cijfers zien van IRENA over de benodigde investeringen van 2015 tot 2030 in waterkracht ($ 106 miljard) en overige hernieuwbare energiebronnen ($ 381 miljard). Er zijn ook andere inschattingen maar IRENA beschouwt zij als een belangrijke bron. Ze verwees ook naar de oproep van IRENA voor een African Green Deal, met sociale (inclusiviteit, vrouwenemancipatie, banen, toegang tot elektriciteit), economische (investeringen) en milieudoelstellingen (resilience, verminderen klimaatverandering). Dat voorstel gaat vooral ook over samenwerking tussen de Afrikaanse landen onderling, het mobiliseren van al bestaande kennis en ervaring, en over het bouwen van sterke instituties.

Zij verwijst ook naar initiatieven gelinkt aan de Afrikaanse Unie, zoasl het Africa Renewable Energy Initiative en het African Union Climate Change and Resilient Development Strategy and Action Plan (2022-2023)). Beiden met een sterke focus op armoedebestrijding en toegnag tot elektriciteit.

En ze citeert President Ruto van Kenia die stelt: “Afrika kan met het juiste niveau van investeringen, energie voor iedereen leveren tegen 2030, terwijl de totale uitstoot gerelateerd aan energieopwekking met ongeveer 80 procent kan worden verminderd”. Afrika bezit tussen de 30 en 40 procent van de wereldwijde grondstoffen die nodig zijn voor de energietransitie. Wel kunnen de handelsbarrières die de ontwikkeling van de energie-industrie in Afrika belemmeren”.

 

Ze noemde de belangrijke ondersteunende rol die de EU speelt. In 2022 lanceerde de EU een nieuw Afrika-EU Groene Energie Initiatief binnen de bestaande samenwerking met de Afrikaanse Unie, gericht op grootschalige duurzame elektrificatieprogramma’s, met drie prioriteiten:

  • Vergroten van het aantal Afrikaanse mensen, bedrijven en industrieën die toegang hebben tot betaalbare, moderne en duurzame energiediensten
  • Ondersteunen van investeringen in de opwekking van hernieuwbare energie
  • Bevordering van de energie-efficiëntie.

Tegen 2030 wil het EU-Afrika Groene Energie-initiatief minstens 100 miljoen mensen extra toegang bieden tot elektriciteit. Er is 3,4 miljard euro beschikbaar aan EU-subsidies.

 

Ze presenteerde enkele projecten waar zij zelf bij betrokken was (geweest) en eindigde met enkele observaties en conclusies:

 

Hoe ziet gelijkwaardigheid eruit in energie transitie in SSA in de praktijk?

  • Duurzame ontwikkeling in Afrika draagt direct bij aan stabiliteit en het aanpakken van de onderliggende oorzaken van migratie, zoals armoede en gebrek aan kansen. Energieaccess speelt hierin een cruciale rol, omdat toegang tot elektriciteit economische groei stimuleert en lokale werkgelegenheid creëert
  • Door samen te werken aan duurzame energieoplossingen, kan Europa helpen bij het creëren van banen en economische kansen in Afrika, wat bijdraagt aan een vermindering van de migratiedruk naar Europa en zorgt voor regionale stabiliteit
  • Het ontwikkelen van energie-infrastructuur in Afrika gaat over het oplossen van onmiddellijke energieproblemen, maar ook over het positioneren van Afrika als een belangrijke speler in de toekomstige mondiale economie. Door te investeren in duurzame energie en industrieën in Afrika, kan Europa profiteren van een groeiende markt en tegelijkertijd bijdragen aan wereldwijde milieudoelstellingen en migratie afname.
  • Lokale betrokkenheid en eigenaarschap: Het is van essentieel belang dat energieprojecten niet alleen extern worden geïnitieerd, maar dat lokale gemeenschappen, overheden en bedrijven actief betrokken zijn in de besluitvorming en de uitvoering. 
  • Bijdragen aan Energy Access en de SDG’s: Gelijkwaardigheid betekent ook dat onze activiteiten bijdragen aan bredere doelen, zoals de Sustainable Development Goals (SDG’s).
  • Groene industrialisering: Het bevorderen van groene industrialisering in Afrika. Dit houdt in dat energieprojecten worden gekoppeld aan economische ontwikkeling. Denk hierbij aan het ondersteunen van lokale industrieën die schone energie gebruiken voor hun productieprocessen, het opleiden van lokale vakmensen en technici, en het creëren van werkgelegenheid in de groene sector

 

Discussie

Op de vraag wat de meest succesvolle en gewenste benaderingen zijn, antwoordde Paul van Son: “connecting people”. Er voor zorgen dat ze elkaar begrijpen. Oog hebben voor creatieve oplossingen. En de landen waar het om gaat het voortouw laten hebben. Caroline voegde technologieoverdracht en goedkope financiering toe. 

 

Gevraagd naar de rol van China antwoordde Caroline Nijland dat die niet zo zichtbaar is bij het promoten van decentrale, kleinschalige energievormen. Paul van Son voegde er aan toe dat China juist heel zichtbaar is bij grootschalige projecten, met focus op infrastructuur, wegen, netten, centrales, grote wind- en zonneparken en waterkracht. Paul van Son is positief over werken met Chinezen. Is vaak makkelijker dan met Europeanen. Ze hebben ideeën, denken meer lange termijn. Caroline Nijland bevestigde dit: de wegen die zij aanleggen geven toegang tot rurale gemeenschappen, voor mensen en materialen.

 

Over de competentie van Afrikaanse overheden om westerse counterparts te testen antwoordde Paul van Son dat diverse overheden die zeker hebben. Hij noemde als voorbeeld Marokko: de koloniale periode is echt wel voorbij. Ook Afrikaanse overheden hebben hun milieueisen, studies, vergunningenprocedures en monitoring. Ze willen ook steeds meer van export van grondstoffen naar (half)producten.

 

Caroline van Nijland’s slotwoord: In Nederland weet men weinig af wat er in Afrika gebeurt en is doorgaans sceptisch. Mijn eigen praktijk laat zien dat er redenen zijn om veel minder negatief te zijn. Laten we eens kijken hoe we de energietransitie samen kunnen doen.

 

(Verslaglegging John Hontelez)