Op 17 oktober stromen zo’n 70 GroenLinksers en belangstellenden het Catharijneconvent binnen. Voor een middag informatie en discussie over de komende klimaattop in Parijs en de activiteiten op weg daarheen. En ook wat de ‘niet-regeringsleiders’ onder ons, zelf tegen klimaatverandering kunnen doen op lokaal niveau.
Senator Marijke Vos is de dagvoorzitter. Zij geeft eerst kamerlid Liesbeth van Tongeren het woord. Liesbeth refereert aan de toch redelijk snelle beweging waarmee de realiteit van klimaatverandering begint door te dringen, de effecten ervan worden steeds duidelijker. En de ontkenningen zakken steeds verder weg. Er komt steeds meer realiteitsbesef. Er komt een gevoel van urgentie op, die nu in de aanloop van de klimaattop in december steeds breder ervaren wordt.
De klimaatconferentie in Kopenhagen was weinig succesvol door het gebrek aan urgentie bij nog te veel grote landen. Hun regeringsleiders grepen aan het eind van de conferentie in en hielden afspraken en maatregelen tegen. Ook was rond Kopenhagen de aanpak om doelen van boven af aan de landen op te leggen. Dat werkte negatief. Nu is de sfeer aan het veranderen. De Europese milieuministers willen toe naar 40% minder CO2 uitstoot in 2030. De GroenLinkse fractie in Europa werkt volgens Reinhard den Toorn, medewerker van de eurofractie, aan tussendoelen op weg daarheen, met name voor 2025. Omdat de ervaring is dat als een doel verder weg is, de beweging erheen ook op zich laat wachten. Dat tussendoel moet in het onderhandelingsmandaat meegenomen worden. Inzet is dus om de landen zelf uiteindelijk hun bijdrage en doelen te laten bepalen en in hun eigen wetten laten vastleggen. En daarbij ook om de vijf jaar te herijken hoe het staat met het realiseren van de doelen. Maatregelen die overheden nemen moeten niet met schadeclaim ongedaan gemaakt worden, dat is een maatregel die in het Nederlandse parlement door GroenLinks is ingebracht en ook aangenomen is.
Inzet van GroenLinks in de COP-onderhandelingen is dat 40 % in 2030 te weinig is. We gaan voor 65% met diezelfde herijking om de vijf jaar. Dus nu eerst ook naar 2025 toewerken. Ook is de ambitie om te blijven inzetten op het tegengaan van klimaatverandering door terugdringen CO2 emissies. End of pipe maatregelen als opslag van CO2 in de bodem mogen alleen als het echt nog niet anders kan. Het is ook van belang om juist het verminderen van CO2 uitstoot voorop te zetten. Liever dan vooral op de 2 graden te hameren. Goed is dat het herzieningstraject steeds meer aandacht krijgt en dat de doelen per land nu meer zelf bindend zijn door ze in eigen wetten vast te gaan leggen. Overigens heeft Nederland van alle 164 landen de hoogste CO2 uitstoot per inwoner.
Lot van Hooijdonk, wethouder in Utrecht vertelt vervolgens over de contradictie rond de windmolens in Lagerweide in Utrecht. Daar was een sterke tegenkracht georganiseerd, die de overhand kreeg, terwijl de meerderheid van de inwoners van Utrecht juist wel voor windmolens is. Op basis van het kiescompas bleek een grote in meerderheid voor, maar die werden in de discussie niet gehoord. Omdat de politiek in de gemeenteraad, met name D66, geen ruzie in de stad wilde. Geïnspireerd door David van Reybrouck heeft Lot toen een loting ingezet en getracht daarmee een willekeurige doorsnede van de Utrechtenaren in discussie te krijgen rond hoe Utrecht haar energiedoelen moet gaan halen. De mensen werden op drie zaterdagen bij elkaar gezet. Daar werd de kennis van Eneco, Stedin en Ecofys erbij gehaald. Ervaring is dat als je mensen in positie brengt, je hun wijsheid boven krijgt. Ze hebben verantwoordelijkheid gekregen. De gemeenteraad voelt zich beetje overdonderd door het gebeuren en zien hun eigen rol in gedrang komen. Belangrijke ontwikkeling is dat de motie van de overgang van het recht op gas naar het recht op warmte in de Tweede Kamer is aangenomen. Warmte en besparing komen nu meer naar de voorgrond. De weerstand tegen windmolens ziet Lot als een generatiekwestie. Hoe meer de mensen betrokken raken, hoe minder de weerstand, blijkt in de praktijk. Via het Energieakkoord kan participatie gerealiseerd worden. We are the movement. Of many movements
In een intermezzo zingen Markus Schmid en Vincent Deinum met gitaar een drietal liederen geïnspireerd door de teksten van Noami Klein.
Dan komt Martijn Pater met een inspirerend verhaal over de activiteiten van NDSM energie, een coöperatie van 60 bedrijven en omwonenden op het voormalige bedrijfsterrein in Amsterdam noord. En over de situatie dat ze daar nog steeds worden tegengewerkt door de provincie Noord-Holland. Bedrijven, bewoners, Amsterdammers en de gemeente Amsterdam willen de zes molens op het terrein, maar wat de provincie wil komt er feitelijk op neer dat ze alleen molens willen op plekken waar ze lokaal juist niet gewenst worden. En waar ze wel gewenst worden, zoals op de NDSM-werf, werkt de provincie tegen. Bovendien hebben ze diverse extra eisen gesteld, zoals dat er voor elke molen die gebouwd wordt er twee oude moeten worden ingeleverd. Dat brengt een rare markt tot stand, die samen met andere extra regels de realisatie van verdere windenergie in Noord-Holland vooral belemmeren. NDSM energie werkt sinds kort samen met vier andere Amsterdamse energie coöperaties in Amsterdam Wind, om gezamenlijk voor de molens te strijden. Ze houden vol.
Thijs de la Court vertelt hoe vanuit de energie coöperatie Lochem energie en betrokkenheid bij het energieakkoord een steeds bredere beweging in Gelderland ontwikkelt.
Het is een beweging van het middenveld waarbij de samenwerkende bewoners het voor het zeggen hebben. In Gelderland is analoog aan het landelijk Energie akkoord, een Gelders Energie Akkoord van maatschappelijke groepen opgericht. Het betekent een duidelijke verschuiving van macht en kracht over energie. Het Gelders energie akkoord wordt ook de sluis voor de financiering van duurzame energie. En dus niet meer de politiek van de staten. Wel staan de ambtenaren ten dienste van het energieakkoord. Eind november komt er een uitvoeringsplan Ze willen de staten meenemen in het proces en ze de complexiteit helder maken. De politiek moet wel de kader stellende rol nemen
De sprekers en zaal concluderen aan het eind dat Parijs hard nodig is om de ogen te openen en de urgentie duidelijk te maken. Er is daarbij ook de toegang nodig van maatschappelijk middenveld naar onderhandelingstafel. Er moet een zo hoog mogelijk ambitieniveau afgesproken worden. Parijs is een momentum dat volop gebruikt moet worden. Daar moet nu ook eens de fossiele lobby aangepakt worden. En zijn harde afspraken nodig, vastgelegd in landelijke wetgeving en met vijfjaarlijkse herziening.
Tot slot wordt gewezen op alle activiteiten richting Parijs en op activiteiten op de klimaatconferentie zelf. Het is nu het moment om te handelen.
Titia van leeuwen
Milieunetwerk GroenLinks