Duurzaam en sociaal - Verslag van plenaire delen van conferentie ‘Energietransitie voor gemeenten’

 

De overgang naar schone energie stelt gemeenten voor een gigantische opgave, maar biedt ook kansen. We kunnen er democratische en sociale vooruitgang mee boeken, zo concludeerden de deelnemers aan de drukbezochte conferentie die Milieunetwerk GroenLinks en Bureau de Helling op 11 november organiseerden.

De volle zaal, met meer dan honderd aanwezigen, maakt duidelijk dat de energietransitie op lokaal niveau meer dan ooit leeft. Als de deelnemers nog niet doordrongen zijn van de Herculestaak die gemeenten wacht, dan zorgt de inleidende toespraak van landschapsarchitect Sven Stremke daar wel voor. Stremke, verbonden aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst en de Universiteit Wageningen, is mede-auteur van de recente studie Energie & Ruimte – een nationaal perspectief (gratis te downloaden). Hij betoogt dat het technisch haalbaar is om Nederland volledig te laten draaien op duurzame energie die op eigen grondgebied en op het ‘Nederlandse’ deel van de Noordzee wordt geproduceerd. Dat is ook wenselijk, volgens Stremke, want er dreigt ‘neokolonialisme’ als we onze behoefte aan (bio)energie op andere landen afwentelen.

Energielandschappen

Maar de ruimtelijke gevolgen van de energietransitie zijn immens, zo laat Stremke zien. De opwekking van schone energie wordt overal zichtbaar in de leefomgeving. Veel van onze landschappen, van polders tot duinen, zullen veranderen in ‘energielandschappen’. Energie uit zon en wind is nu eenmaal ‘dunne energie’. Voor het oogsten ervan is veel meer ruimte nodig dan voor het verstoken van fossiele brandstoffen. Eén kolencentrale kan ongeveer 15 petajoule energie per jaar leveren. Om dezelfde hoeveelheid energie op duurzame wijze te produceren zijn circa 500 windmolens nodig, of 60 vierkante kilometer zonneveld, of anderhalf miljoen woningen met zonnedaken, zo valt af te leiden uit de cijfers die Stremke presenteert.

Ook de uitbreiding van de infrastructuur voor distributie van schone energie zal implicaties hebben voor het landschap. Evenals voor de ondergrondse ruimte, waar bijvoorbeeld de hoeveelheid buizen voor het transport van warmte zal toenemen. “Als we in Nederland al onze warmte zelf willen produceren, met hoge leveringszekerheid, moeten we na gaan denken over een nationaal warmtenetwerk”, vindt Stremke.

In een land als het onze, met ongeveer 410 inwoners per vierkante kilometer - bijna het dubbele van onze oosterburen en het viervoudige van Frankrijk - is het ruimtelijk inpassen van de energietransitie een enorme uitdaging. Naast technologie is maatschappelijk draagvlak dan ook essentieel voor een succesvolle energietransitie. Het is zaak om aanstekelijke verhalen te vertellen over de transitie, aldus Stremke. Collectieve trots kan bijvoorbeeld gestimuleerd worden met een aanpak à la de Internationale Bauausstellung.

Kennis delen

Bij het scheppen en behouden van draagvlak voor de energietransitie spelen gemeenten een belangrijke rol. Lokaal actieve GroenLinksers willen die uitdaging wel aangaan, zo blijkt tijdens de conferentie. De panelleden en andere deelnemers sommen een groot aantal succesvolle of veelbelovende initiatieven op, van geplande nieuwbouwwijken zonder gasaansluiting en terugwinning van warmte uit rioolwater tot een elektrisch wagenpark voor de gemeente en de vervanging van alle straatverlichting door ledlampen. In veel gemeenten is ook beleid in gang gezet om de duurzame initiatieven van bewoners te ondersteunen.

Tot de zorgpunten die genoemd worden behoren de soms moeizame samenwerking met andere bestuurslagen, de tegenvallende besparingswinst op energie in kantoorpanden, scholen en ziekenhuizen en de uitstoot van broeikasgassen door veengronden waar de grondwaterstand laag wordt gehouden.

Uit de discussie met wethouders en raadsleden, onder leiding van Tweede Kamerlid Liesbeth van Tongeren, wordt duidelijk dat er voor gemeenten veel te winnen valt als zij kennis met elkaar delen. Hoewel de aanpak van een veelzijdige uitdaging als de energietransitie natuurlijk vraagt om lokaal maatwerk, kan de uitwisseling van kennis voorkomen dat elke gemeente steeds opnieuw het wiel uit moet vinden. Zo constateren meerdere wethouders dat het beter is om te investeren in het ondersteunen van bewonersinitiatieven dan om direct geld te steken in duurzame energieprojecten. Door initiatieven vanuit de civiele samenleving te faciliteren valt er met hetzelfde budget veel meer te bereiken. Zo noemt de Helmondse GroenLinks-wethouder Paul Smeulders het voorbeeld van het Energiehuis in zijn gemeente, een door vrijwilligers gerunde stichting waar inwoners terecht kunnen met al hun vragen, duurzame projecten kunnen bekijken en in contact kunnen komen met gespecialiseerde bedrijven. Door het delen van dit soort succesverhalen kunnen gemeenten elkaar helpen om meer successen te realiseren.

Wijk voor wijk

Gemeenten moeten het voortouw durven nemen bij de energietransitie. Dat is de strekking van veel van de aanbevelingen die in vier deelsessies zijn opgesteld. Deze aanbevelingen worden tijdens het slotdebat besproken en, in een enkel geval, aangescherpt. Gemeentebesturen dienen duidelijke langetermijndoelen te stellen en daar concrete begin- en vervolgstappen aan te verbinden. Zij moeten samen met hun inwoners en andere betrokken partijen een gezamenlijke visie ontwikkelen, waarbij burgers duidelijk geïnformeerd worden over de consequenties van verschillende keuzes.

Laat daarbij geen misverstand bestaan over het feit dat het onvermijdelijk is dat we van aardgas afstappen, zo raadt de Utrechtse GroenLinks-wethouder Lot van Hooijdonk aan. “Je komt er niet door mensen alleen een wortel voor te houden. Mensen moeten ook besef krijgen van de noodzaak.” Bewoners dienen te weten dat de cv-ketel uiteindelijk verdwijnt en dat er een andere warmtebron voor in de plaats komt. In veel gevallen zullen woningen beter geïsoleerd moeten worden. Het is in beginsel handig, aldus Van Hooijdonk, om op kleine schaal te werken. Maar als de prijzen van verduurzamingsmaatregelen omlaag moeten – en dat moeten ze - is het belangrijk om voldoende volume te realiseren.

Kies een wijk waar je begint met ‘van gas los’ en zet door, stelt Tom van der Lee, Tweede Kamerlid voor GroenLinks. Helaas stelt het regeerakkoord van het kabinet-Rutte III maar weinig financiële ondersteuning in het vooruitzicht voor deze transitie. Richt je daarom allereerst op koplopers, op wijken waar de transitie financieel rond te krijgen is. Nederland zal ook in techisch onderwijs moeten investeren om over voldoende kundige vakmensen te beschikken die dit werk kunnen uitvoeren.

Om succesvol te zijn, stelt wethouder Paul Smeulders uit Helmond, moet een gemeente alle betrokken partijen bij elkaar brengen, van netbeheerders tot woningcorporaties. In Helmond is het op die manier gelukt om akkoorden te sluiten over het afstappen van aardgas. Een goede planning van de transitie geeft meer duidelijkheid voor alle betrokkenen. Op die manier ga je van een situatie waarbij iedereen zijn eigen terp bouwt naar het werken aan een gemeenschappelijke dijk. Maar vergis je niet: soms moet er ook gewoon geld tegenaan. Want als het kleine begin niet goed is, dan verlies je draagvlak.

Jasper Groen, gemeenteraadslid voor GroenLinks in Amsterdam, is blij dat in de aanbevelingen aandacht gevraagd wordt voor warmtenetten op lage temperatuur (circa 40 graden Celsius) als alternatief voor verwarmen met aardgas. De gemeente Amsterdam heeft zich hiervoor ook sterk gemaakt en warmteleverancier Nuon er uiteindelijk toe kunnen bewegen om in plaats van een hoge- een lagetemperatuurwarmtenet te gaan aanleggen. Het zou jammer zijn indien men zich zou laten afschrikken door de vrees voor besmetting van tapwater met legionella. Daar zijn in de praktijk gewoon oplossingen voor. In wijken waar all-electric een betere oplossing is dan een warmtenet, moet men zich niet laten weerhouden door de huidige, overwegend grijze energiemix. Die mix gaat veranderen. (Groene stroom kan in 2025 al ongeveer de helft uitmaken van de totale Nederlandse stroomproductie en in 2030 zelfs twee-derde, volgens de Nationale Energieverkenning.) Blijf bij je idealen, aldus Groen.

Laura Bromet, GroenLinks-wethouder in Waterland, heeft een praktische raadgeving: probeer grondwerkzaamheden te combineren. Wanneer een warmtenet aangelegd of een gasnet weggehaald moet worden, bekijk dan of er tegelijkertijd onderhoud aan het riool of aan de telecomkabels kan plaatsvinden. Mensen houden nou eenmaal niet van opengebroken straten en het is belangrijk om bewoners mee te krijgen voor verduurzamingsmaatregelen.

Kansen

De aanwezigen zien de energietransitie niet slechts als een opgave, zo is aan het eind van de conferentie duidelijk, maar richten zich ook op de kansen die zij biedt. Kansen om onze energievoorziening niet alleen duurzamer te maken, maar ook socialer. Zo is het isoleren van woningen noodzakelijk voor de transitie, maar tevens gunstig voor het wooncomfort en de portemonnee van bewoners. De overgang naar duurzame energie biedt mogelijkheden om een belangrijk deel van onze energieproductie te ontfutselen aan grote energieconcerns en in handen te leggen van burgers, al dan niet verenigd in coöperaties, en om bewoners te laten meebeslissen over hun toekomstige energievoorziening. Een energietransitie die bewoners niet tot last is, maar die hun juist iets waardevols oplevert, dat is duurzaam en sociaal, dat is GroenLinks ten voeten uit.

(door Dirk van Hoorn, Sieward Nijhuis, Marca Schrap en Richard Wouters)

Lees hier de zestien aanbevelingen voor de lokale energietransitie.

Klik hier voor de verslagen van de vier deelsessies.