Energie in Europa

Discussiebijeenkomst milieunetwerk GroenLinks

Onderwerp: Energie in europa

Sprekers: Luc Werring, werkzaam geweest bij de Europese Commissie, en Helma Kip, werkzaam bij Essent

Ter voorbereiding van deze avond over Europese energiepolitiek (in de reeks debatten ter voorbereiding van GroenLinkse milieustandpunten voor de Europese verkiezingen van 2009) waren diverse links naar publicaties aangegeven.

Aan Luc Werring die 23 jaar bij de Europese Commissie werkte en daar o.m. manager was van een afdeling en een directie die zich bezighielden met duurzame energie en vraagbeperking, en Helma Kip, manager duurzame energie en emissiehandel bij Essent, was gevraagd vanuit hun achtergrond aan te geven hoe zij de Europese energiepolitiek zien en hoe die er volgens hen uit zou moeten zien.

 

Inleiding Luc Werring

Bij het directoraat generaal Energie en Vervoer van de Europese Commissie spelen rond de energiepolitiek twee thema’s een centrale rol: de zorg voor de voorzieningszekerheid en de mondiale milieu/klimaatproblematiek. Momenteel wordt gewerkt aan het omzetten van een eerder opgesteld groenboek in een actieplan. Dit omvat de volgende items: het versterken van de interne energiemarkt, de emissiehandel, energie-efficiency, hernieuwbare energie, technology planning, afvang CO2, nucleaire energie, internationale verhoudingen en monitoring.

Een paar van deze punten licht hij eruit:

De emissiehandel is een marktgericht instrument, overgekomen uit Amerika, waarbij een ton CO2-emissie geld kost en verhandeld kan worden. De industrie koopt en handelt in rechten om CO2 te emitteren. De systematiek wordt uitgebreid naar vliegverkeer. Een ton CO2 kost momenteel 4 eurocent en zou straks 20 euro per ton moeten gaan kosten. Voor het milieu werkt het systeem niet echt, de emissies nemen (nog) niet af en het werkt niet stimulerend op hernieuwbare energie.
Energie-efficiency: werkt feitelijk beter dan emissiehandel en kan snel kosteneffectief zijn, maar het is ook een lange weg te gaan. De doelstellingen van het kabinet in deze zijn lastig meetbaar.
Het probleem met hernieuwbare energie is dat het geld kost, maar het is op de lange termijn het beste alternatief. Europa heeft er hoge doelstellingen voor: 20% in 2020. Dat zal vooral gehaald moeten worden uit transport en uit elektriciteit.
De commissie komt 23 januari 2008 met een pakket maatregelen gericht op hernieuwbare energie (verdeling van doelstellingen over de lidstaten) en met een nieuw kader voor de emissiehandel.

Klimaat en energiebeleid werkt volgens Luc Werring toch eigenlijk het beste via regelgeving. Europese maatregelen / richtlijnen die goed werken zijn:
Label op huishoudelijke apparaten, energievoorschriften per apparaat, verplicht aandeel groene elektriciteit, de bouwrichtlijn, biobrandstoffenrichtlijn, warmtekrachtkoppeling richtlijn en de richtlijn ecodesign.

Concluderend stelt hij dat er te hoge verwachtingen zijn van de werking van emissiehandel, dat energie-efficiencymaatregelen prima werken, dat voor hernieuwbare energie vooral veel geld nodig is, dat de voorzieningszekerheid een politiek lastig punt is en dat regelgeving in het klimaat en energiebeleid meer zekerheid geeft dan marktwerking.

 

Inleiding Helma Kip

Voordat Helma Kip met haar betoog doorgaat, stelt zij voor de discussie over de emissiehandel eerst wat verder uit te diepen. De grote vraag die daar speelt is of rechten aan bedrijven toegekend moeten worden of dat rechten geveild moeten gaan worden. In de discussie komt uiteindelijk de mening naar voren dat emissiehandel eigenlijk alleen maar goed kan werken als het een mondiaal systeem is, als er geen nieuwe rechten aan nieuwe binnenkomers worden gegeven, en als er jaarlijks rechten geveild worden door de overheid. Daarbij komt dat de prijs voor CO2 veel hoger zou moeten zijn dan nu het geval is.

CO2-opslag is feitelijk een systeem dat weer verlies brengt in de energie efficiency, omdat er meer doorzet voor nodig is, wil het goed kunnen werken. De vraag is of je nu al voor CO2 –opslag zou moeten kiezen, omdat het een duur systeem is en het dan feitelijk neerkomt op een keuze tussen opslag of duurzame energie. Volgens Helma Kip gaat het om een afwegen: als straks blijkt dat duurzame energie, energie-efficiency en energiebesparing niet voldoende helpen, dan blijven volgens haar CO2 opslag en kernenergie over. Er zou ook een link gelegd moeten worden met de emissiehandel, door de opslag daarin mee te rekenen.
Voor energie-efficiency zou een benchmark ingesteld moeten worden op Europees niveau. De Commissie wil daar nog niet aan.
Duurzame energie zou vooral op Europees niveau geregeld moeten worden, met duidelijke targets en groencertificaten (garantie van oorsprong).
In Nederland betekent duurzame energie biomassa en wind. Daarbij vooral ook inzet van reststromen en warmtebenutting. Dit laatste is nog een moeizaam proces, omdat het veel investeringen vergt en pas op den duur baten oplevert. Er wordt momenteel nog te weinig geïnvesteerd in warmtebenutting.

Concluderend zou GroenLinks zich Europees gezien volgens Helma Kip vooral op energiebesparing, energie-efficiency en hernieuwbare/duurzame energie moeten richten.